Wat betekent de DSM-5 voor jou?
Als psycholoog, orthopedagoog of psychotherapeut heb je dagelijks met de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) te maken. Je stelt zelf een classificatie op na een intake. Of werkt vanuit de DSM-diagnose die is gesteld. Per 1 januari 2017 is de nieuwe DSM-5 leidend in de hulpverlening. Dit heeft gevolgen voor zowel zorgverleners als zorgvragers. Wijzigingen in de DSM De eerste DSM werd al in 1952 gepubliceerd. In de loop der jaren verschenen steeds nieuwe versies, aangepast aan voortschrijdende inzichten op het gebied van psychische aandoeningen. Ook veranderende sociaal-culturele waarden spelen een rol in de wijzigingen. Zo werd homoseksualiteit in 1973 uit de DSM geschrapt. De Nederlandse vertaling van de laatste versie verscheen in 2014: de DSM-5. Ondanks het schrappen van vele stoornissen, bevat de DSM-5 maar liefst drie keer meer aandoeningen dan het handboek uit 1952. Een lange periode rouwen om een overleden partner is nu bijvoorbeeld een teken van major depressive disorder. En een krijsend kind kan duiden op een disruptive mood dysregulation disorder. Een van de veelgehoorde kritieken is dat symptomen uit de DSM-5 zeer algemeen voorkomen. En deze symptomen zijn zeker niet altijd een aanwijzing voor een psychische stoornis. (Bron) Een voorbeeld van andere belangrijke wijziging in het nieuwe handboek is het verdwijnen van het assenstelsel. Dit stelsel werd in de DSM-IV gebruikt om verschillende diagnoses in te delen. Verder is er een apart hoofdstuk “Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen’” opgenomen. En is “genderdysforie” een nieuwe classificatiecategorie in de DSM-5. Een overzicht van alle wijzigingen vind je hier. Praktische gevolgen van de DSM-5 Vanaf 1 januari 2017 wordt de DSM-5 leidend voor de bepaling van het verzekerd pakket. Minister Schippers (VWS) heeft dit laten weten in een brief aan de Tweede Kamer. De regeling houdt in dat zorgaanbieders de nieuwe richtlijnen moeten gebruiken om te beoordelen of er sprake is van een psychische stoornis bij cliënten. De DSM-5 wordt dus ook bepalend voor de betaling van verzekerde zorg. Je kunt je vast voorstellen dat de nieuwe DSM-5 kan leiden tot veel administratieve rompslomp. En daar loop je als zorgverlener al genoeg tegenaan. Gelukkig is hier rekening mee gehouden. Registratie en declaratie zullen in 2017 nog wel plaatsvinden op basis van de DSM-IV-classificaties. Minister Schippers heeft laten weten dat er een conversietabel wordt opgesteld om duidelijk te maken welke DSM-IV-classificatie bij welke DSM-5-classificatie hoort. Wil jij nog veel meer leren over de nieuwe DSM-5? En wat deze betekent voor jou als professional? Schrijf je dan nu in voor onze cursus. Je komt alles te weten over de wijzigingen, het opstellen van beschrijvende diagnoses en het op betrouwbare wijze omzetten daarvan in DSM-5-classificaties. We starten op 10 januari!
Als psycholoog, orthopedagoog of psychotherapeut heb je dagelijks met de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) te maken. Je stelt zelf een classificatie op na een intake. Of werkt vanuit de DSM-diagnose die is gesteld. Per 1 januari 2017 is de nieuwe DSM-5 leidend in de hulpverlening. Dit heeft gevolgen voor zowel zorgverleners als zorgvragers.
Wijzigingen in de DSM
De eerste DSM werd al in 1952 gepubliceerd. In de loop der jaren verschenen steeds nieuwe versies, aangepast aan voortschrijdende inzichten op het gebied van psychische aandoeningen. Ook veranderende sociaal-culturele waarden spelen een rol in de wijzigingen. Zo werd homoseksualiteit in 1973 uit de DSM geschrapt.
De Nederlandse vertaling van de laatste versie verscheen in 2014: de DSM-5. Ondanks het schrappen van vele stoornissen, bevat de DSM-5 maar liefst drie keer meer aandoeningen dan het handboek uit 1952. Een lange periode rouwen om een overleden partner is nu bijvoorbeeld een teken van major depressive disorder. En een krijsend kind kan duiden op een disruptive mood dysregulation disorder.
Een van de veelgehoorde kritieken is dat symptomen uit de DSM-5 zeer algemeen voorkomen. En deze symptomen zijn zeker niet altijd een aanwijzing voor een psychische stoornis. (Bron)
Een voorbeeld van andere belangrijke wijziging in het nieuwe handboek is het verdwijnen van het assenstelsel. Dit stelsel werd in de DSM-IV gebruikt om verschillende diagnoses in te delen. Verder is er een apart hoofdstuk “Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen’” opgenomen. En is “genderdysforie” een nieuwe classificatiecategorie in de DSM-5.
Een overzicht van alle wijzigingen vind je hier.
Praktische gevolgen van de DSM-5
Vanaf 1 januari 2017 wordt de DSM-5 leidend voor de bepaling van het verzekerd pakket. Minister Schippers (VWS) heeft dit laten weten in een brief aan de Tweede Kamer. De regeling houdt in dat zorgaanbieders de nieuwe richtlijnen moeten gebruiken om te beoordelen of er sprake is van een psychische stoornis bij cliënten. De DSM-5 wordt dus ook bepalend voor de betaling van verzekerde zorg.
Je kunt je vast voorstellen dat de nieuwe DSM-5 kan leiden tot veel administratieve rompslomp. En daar loop je als zorgverlener al genoeg tegenaan. Gelukkig is hier rekening mee gehouden. Registratie en declaratie zullen in 2017 nog wel plaatsvinden op basis van de DSM-IV-classificaties. Minister Schippers heeft laten weten dat er een conversietabel wordt opgesteld om duidelijk te maken welke DSM-IV-classificatie bij welke DSM-5-classificatie hoort.
Wil jij nog veel meer leren over de nieuwe DSM-5? En wat deze betekent voor jou als professional? Schrijf je dan nu in voor onze cursus. Je komt alles te weten over de wijzigingen, het opstellen van beschrijvende diagnoses en het op betrouwbare wijze omzetten daarvan in DSM-5-classificaties. We starten op 10 januari!
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang maandelijks updates over ons cursusaanbod. Je kunt je op elk gewenst moment weer uitschrijven.