Vervolgcursus Geïntegreerde Cognitieve gedragstherapie (100 uur)
De vervolgopleiding Cognitieve Gedragstherapie (100 uur) heeft als uitgangspunt dat protocollaire behandelingen en behandeling op maat elkaar niet uitsluiten, maar juist kunnen en moeten aanvullen. Je leert de vaardigheden die nodig zijn om een protocollaire behandeling adequaat uit te voeren en om in voorkomende gevallen het behandelplan zodanig aan te passen en een (deel)behandeling op maat te ontwerpen en uit te voeren.
- Home
- Cursusaanbod
- Vervolgcursus Geïntegreerde Cognitieve gedragstherapie (100 uur)
Filosofie en doelstelling van de cursus
Uit veel onderzoek is onmiskenbaar naar voren gekomen dat in veel gevallen een protocollaire behandeling uit een oogpunt van efficiëntie en effectiviteit de voorkeur verdient boven een maatbehandeling. Tegelijkertijd is duidelijk dat (lang) niet alle patiënten (voldoende) opknappen van een protocollaire behandeling, dat er soms complicaties optreden in de behandeling en dat er (nog) niet voor alle stoornissen een wetenschappelijk gefundeerde protocollaire behandeling voorhanden is. Kennis en kunde op het gebied van probleemtaxatie en het ontwerpen van een geïndividualiseerd behandelplan blijft voorlopig dan ook noodzakelijk in de (cognitief-gedragstherapeutische) praktijk. De cursus heeft dan ook als uitgangspunt dat protocollaire behandeling en maatbehandelingen elkaar niet uitsluiten maar elkaar kunnen en moeten aanvullen. De rode draad in en de doelstelling van de cursus is dan ook dat de cursisten 1) de vaardigheden leren die nodig zijn om een protocollaire behandeling adequaat uit te kunnen voeren en 2) in voorkomende gevallen het behandelplan zodanig kunnen aanpassen en een (deel)behandeling op maat kunnen ontwerpen en uitvoeren. De nadruk in de cursus ligt uitdrukkelijk meer op training van vaardigheden dan op discussie en/of min of meer passieve kennisoverdracht.
Het niveau van de training is conform de fase waarin de cursisten zich bevinden in hun ontwikkeling tot gedragstherapeut; op het niveau van een vervolgcursus. Dat betekent dat zowel de taxatievaardigheden als de interventievaardigheden worden geleerd/getraind en worden beoordeeld op vervolgniveau.
Algemene structuur van de bijeenkomsten
- Plenaire lezing door de docent.
- Presentatie van een casus, bij toerbeurt voorbereid door een of twee cursist(en); daarnaast wordt door ieder van de cursisten die verantwoordelijkheid dragen voor de presentatie een videofragment getoond waarin een specifieke (vooraf vastgestelde) CGT-interventie wordt gedemonstreerd (nadere afspraken worden gemaakt tijdens de eerste bijeenkomst; zie ook de beschrijving onder ‘toetsing’). De casuspresentatie kent een vast format waarbij wordt teruggegrepen op hetgeen in de cursus is besproken (inhoudelijke besprekingen en feedback op eerdere presentaties). Centraal staat daarbij de casus-conceptualisatie o.b.v. FABA (Korrelboom & Ten Broeke, 2014; Ten Broeke, Korrelboom, Verbraak & Meijer, 2021). De casuspresentatie én de videofragmenten worden beoordeeld. Alle cursisten dienen zich voorafgaand aan de desbetreffende presentatie voor te bereiden door het onderliggende intakeverslag + de PPP door te nemen. Bij het vaststellen van de planning van de casuspresentaties worden voor iedere bijeenkomst twee ‘referenten’ aangewezen die zich inhoudelijk specifiek voorbereiden op de presentatie en daarbij vragen formuleren. Het desbetreffende materiaal wordt een aantal dagen voorafgaand aan de cursusdag aan de deelnemers en de docenten toegestuurd.
- Toetsing door (soms) schriftelijke toetsen en (in alle gevallen) ‘onverwachte’ rechtstreekse vragen door de docent.
- Rollenspel/oefening/video.
- Nabespreken rollenspel/oefening.
- Huiswerkafspraken.
Consultatie
Bij iedere bijeenkomst is de gelegenheid de docent te consulteren ten aanzien van (problemen bij) lopende of nieuwe behandelingen. De cursist bereidt de casus voor en stelt de docent vooraf daarvan op de hoogte. Hiervoor wordt maximaal 20 minuten uitgetrokken.
Inleidingen en praktische oefeningen
Korte inleidingen door de docent bij de diverse onderwerpen en thema’s omvatten een uiteenzetting over verschijningsvormen/symptomen, leertheoretische verklaringen, betekenis- en functie-analyses, mogelijkheden van behandeling en het identificeren en oplossen van moeilijkheden.
Tijdens de cursus ligt het accent sterk op het in de praktijk (via rollenspelen aan de hand van door de docent en door de cursisten zelf ingebrachte casuïstiek) oefenen met probleemanalyses en specifieke interventies.
Een cursus in drie (vier) delen.
De cursus valt in feite uiteen in drie geïntegreerde delen:
- Herhaling basis en vooral geïntegreerde vaardigheden: taxatie in termen van (‘the state of the art’) FABA, Socratische dialoog (o.a. in het kader van het gebruik van gedachtenrapport en het ontwerpen en laten uitvoeren van gedragsexperimenten).
- Geïntegreerde CGt-interventies: zitting 5 (het hanteren en gebruiken van) de therapeutische relatie in CGt; zitting 6: directe US-herevaluatietechnieken (o.a. Imaginaire rescripting, Imaginaire exposure (met name in het kader van de specifieke dag over CGt en PTSS)); zitting 7: indirecte US-herevaluatietechnieken (o.a. COMET)
- (G)CGt bij specifieke stoornissen: Zitting 8: Depressie; Zitting 9: (C)PTSS; Zitting 10: Paniekstoornis; Zitting 11: Sociale angststoornis; Zitting 12: Obsessieve-Compulsieve stoornis; Zitting 13: Gegeneraliseerde angststoornis; Zitting 14: Specifieke fobie
- Tijdens de 15e bijeenkomst wordt o.a. het examen afgenomen en recente ontwikkelingen m.b.t. CGt besproken en eventueel geoefend.
Toelichting: Uitgangspunt bij iedere bijeenkomst is dat de cursisten reeds (dienen te) beschikken over (basis)vaardigheden m.b.t. taxatie en interventie(s) zoals (aangeleerd) in de basiscursus. Het niveau van de besprekingen, demonstraties en oefeningen overstijgt dan ook uitdrukkelijk het niveau van de basiscursus.
De reden de eerste dagen te besteden aan herhaling, update en uitbreiding van de zogenoemde basisvaardigheden die in de regel in de basiscursus ook aan de orde zijn geweest is tweeërlei: 1) de ervaring leert dat de cursisten in de vervolgcursus veelal fors verschillen wat betreft hetgeen in de basiscursus is aangereikt. In deze vervolgcursus wordt een bepaald leertheoretische ‘taal’ gesproken (dwz het model van Geïntegreerde Cognitieve Gedragstherapie zoals uitgewerkt door Korrelboom & Ten Broeke, 2014) en is gekozen voor gedachtenrapporten zoals ontwikkeld door C. Padesky, exposure in vivo gebaseerd op het inhibitorisch leren-model van M. Craske c.s. en de opbouw van gedragsexperimenten volgens de werkwijze van C. Padesky (uitgewerkt in Ten Broeke e.a. 2008). Het blijkt volstrekt nodig om aandacht te besteden aan het creëren van een gemeenschappelijke basis van waaruit de verdieping zoals die wordt nagestreefd in de vervolgcursus vorm gegeven kan worden; een verdieping die overigens vanaf dag 1 van deze vervolgcursus wordt nagestreefd. 2) het vereiste (conceptuele en procedurele) niveau om deze vervolgcursus goed te kunnen volgen is niet vanzelfsprekend aanwezig bij alle deelnemers. Reden om e.e.a. compact te ‘updaten’.
In deze vervolgcursus komen diverse stoornissen aan de orde die in veel basiscursussen ook aan de orde komen. Hier is er voor gekozen om bepaalde stoornissen opnieuw aan de orde te laten komen en de conceptuele (en procedurele) aspecten daarvan te verdiepen wat betreft stagnaties en complicaties in de taxatie en behandeling middels CGt. Voor zover de cursisten bepaalde stoornissen reeds in de basiscursus hebben besproken is er – volgens de filosofie van deze vervolgcursus – veel ruimte (en noodzaak) de in de basiscursus geleerde algemene CGt-vaardigheden te verdiepen om te komen tot ‘protocollaire behandelingen op maat’; een uitdaging die veel van cursisten vraagt en juist daarom zo relevant en waardevol is.
Deze vervolgcursus streeft dan ook uitdrukkelijk naar het bijdragen aan CGt-experts die zijn voorbereid op uitdagingen voorbij de min of meer standaardbehandeling(en).
Vooropleiding
Je hebt een afgeronde masteropleiding psychologie, pedagogische wetenschappen, gezondheidswetenschappen of geneeskunde. Daarnaast dien je de basiscursus cognitieve gedragstherapie met goed gevolg te hebben afgerond.
Werk
Je bent minimaal twaalf uur per week werkzaam op het gebied van de GGZ, Jeugdzorg of Onderwijs. Deze uren mogen ook worden opgedaan binnen een werkervaringsplek. Indien dit niet het geval is dan moet je in ieder geval werken met cliënten met psychische problemen of met teams die met cliënten werken aan psychische problemen. Bij twijfel over de werksetting en gelegenheid tot oefenen van het geleerde, neem contact op met King nascholing.