Verdieping Basiscursus Cognitieve Gedragstherapie met aandacht voor kinderen, jeugdigen en volwassenen (70 uur)
In deze verdiepingscursus van 70 uur leer je cognitief/emotionele en gedragsproblemen zo goed mogelijk te verminderen/veranderen. De cursus is zowel op kinderen en jeugdigen gericht, als op volwassenen en kun je volgen als je de Inleiding (30 uur) al hebt gevolgd.
- Home
- Cursusaanbod
- Verdieping Basiscursus Cognitieve Gedragstherapie met aandacht voor kinderen, jeugdigen en volwassenen (70 uur)
Belangrijk: er zijn toelatingseisen voor deze opleiding, zie de informatie onder het kopje doelgroep. Mocht je vragen hebben, of twijfelen of je voldoet aan te toelatingseisen, neem dan voordat je je inschrijft, contact met ons op.
Om je te kunnen registreren als Cognitief Gedragstherapeut in opleiding bij de VGCt dien je te kunnen aantonen dat je de verdiepingscursus bent gestart binnen 1 jaar na afronding van de Inleiding van 30 uur.
Het vertrekpunt in het verdiepende deel van de cursus is de cognitief gedragstherapeutische behandeling van volwassenen. Vanuit deze basis wordt de specifieke toepassing bij kinderen, jeugdigen en hun gezinnen uitgebreid toegelicht en geoefend. De cursusonderdelen zijn praktijkgericht, er wordt veel gewerkt met rollenspelen en oefeningen. De cursisten leren om zowel de technieken (vaardigheden) te kunnen toepassen alsook een goede therapeutische attitude en relatie te kunnen hanteren. Tijdens de opleiding zullen cursisten opdrachten uitvoeren in hun klinische praktijk en daarover rapporteren tijdens de cursusbijeenkomsten (casuïstiek inbreng). Het oefenmateriaal bestaat uit casuïstiek over zowel volwassenen als kinderen en jeugdigen. Gestart wordt met het leren van operante technieken en hun toepassingsgebieden via mediatietherapie bij kleine kinderen en bij kinderen en jongeren met ADHD en gedragsstoornissen. Vervolgens wordt er ruim aandacht besteed aan angst-, stemmings- en somatisch symptoom stoornis en aanverwante stoornissen, waarbij gestart wordt met het opfrissen van het eerste deel van het gedragstherapeutische proces: de klachtanamnese, het opstellen van een functie –en betekenisanalyse en een holistische theorie. Vervolgens worden de basisprincipes van cognitieve therapie en een exposureprogramma behandeld en geoefend. Daarna komt een breed scala van gedragstherapeutische interventies aan bod aan de hand van verschillende stoornissen. De docent illustreert de toepassing van deze interventies en technieken op concrete en pragmatische wijze. De cursisten maken kennis met actuele protocollen, maar leren ook kritisch en creatief met protocollen om te gaan, zodat de cliënt met zijn systeem en eigen cultuur centraal staat en uitgangpunt is voor de keuzen die worden gemaakt in het gedragstherapeutisch proces.
Doelstellingen van de cursus:
Specifieke competenties m.b.t. kennis kennis hebben en vanuit gedragstherapeutische kader kunnen begrijpen van de belangrijkste stoornisgebieden, het gedragstherapeutisch proces specifiek kunnen toepassen bij verschillende stoornissen.
A. basiskennis en leertheoretische principes m.b.t. angststoornissen
B. basiskennis en leertheoretische principes over stemmingsstoornissen
C. basiskennis en leertheoretische principes over neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
D. basiskennis en leertheoretische principes over somatisch symptoomstoornis en aanverwante stoornissen
E. basiskennis en leertheoretische principes over overige stoornissen in de kindertijd
F. basiskennis en leertheoretische principes over Trauma
G. basiskennis en leertheoretische principes over Obsessieve-compulsieve stoornis
Specifieke competenties m.b.t. therapeutische vaardigheden
A. algemene gedragstherapeutische attitude verworven t.w. kan directiviteit en trainersattitude toepassen, rollenspel met cliënt opzetten en vaardigheden trainen
B. algemene cognitief gedragstherapeutische attitude verworven t.w. kan attitude van empirisch collaborisme toepassen en socratische dialoog uitvoeren.
C. operante principes toepassen: tijdens gespreksvoering (individueel, gezin en groep), via bekrachtigingsprogramma’s en via mediatietherapie
D. zelfcontroletechnieken toepassen en aanleren
E. ontspanningstechnieken toepassen en aanleren
F. probleemoplossingstechnieken toepassen
G. exposureprogramma bij angststoornissen en gedragsactivatie bij stemmingsstoornissen (socratisch) uitleggen, programma en oefeningen stapsgewijs opstellen en (begeleid) uitvoeren
H. specifieke cognitieve technieken toepassen zoals kansberekening, verantwoordelijkheidstaart, rampenschaal, meer-dimensioneel evalueren, gedragsexperiment, gedachtenfouten
I. basale gedragstherapeutische verwerkingstechnieken toepassen zoals contraconditionering, schrijftherapie
J. emotiegerichte technieken zoals toegepast bij trauma.
K. technieken uit de derde generatie gedragstherapie
Werkwijze
De cursisten bereiden de cursusbijeenkomsten voor door:
- Het bestuderen van de literatuur
- Het maken van huiswerkopdrachten
- Per toerbeurt een korte presentatie te verzorgen
- Onderlinge Gedragsmodificatie programma: beschrijving van de voortgang van dit cognitief gedragstherapeutisch proces
- Casuïstiek te beschrijven van een eigen cliënt: de cursisten dienen tijdens de cursus een cliënt te behandelen waarbij zij de verschillende stappen van het gedragstherapeutisch proces doorlopen. Zij nemen schriftelijk en videomateriaal van deze behandeling mee naar de cursus voor bespreking in intervisie.
De cursusbijeenkomsten omvatten:
- Het voor- en nabespreken van de huiswerkopdrachten
- Bespreking van de literatuur n.a.v. een korte presentatie door cursisten
- Uitleg van de theorie door de docent, veelal visueel ondersteund (video / DVD)
- Veel praktische oefeningen met betrekking tot de verschillende onderdelen van het gedragstherapeutische proces. Hierbij wordt gebruik gemaakt van demonstraties en rollenspelen. Er wordt geoefend aan de hand van concreet praktijkmateriaal van de cursisten.
- Het uitvoeren van het onderlinge gedragsmodificatieprogramma (bijeenkomst 1 t/m 6 en bijeenkomst 14)
- Voortgang van de eigen casus wordt besproken in subgroepen (bijeenkomst 5 t/m 13)
Toetsing
De cursisten voeren een onderling gedragsmodificatie programma uit. Zij werken hier in tweetallen aan en begeleiden elkaar hierbij.
Tijdens het begin van het verdiepingsdeel is er een behandelplan wat door de cursisten zelf uitgevoerd zal worden. Er is beperkt ruimte tijdens de lesdagen voor bespreking hiervan in de tweetallen. Als toetsing, behorend bij het verdiepende deel, van de cursus maken de cursisten een verslag van het gedragsmodificatieprogramma van de medecursist waar thuis aan gewerkt is.
Het gedragsmodificatieverslag zal als eindtoets beoordeeld worden op een aantal specifieke aspecten:
- Korte beschrijving van het probleemgedrag
- Formulering van holistische theorie, functieanalyse en betekenisanalyse, topografische analyse
- Op basis van de analyses opstellen van een behandelplan met daarin een verantwoording en beschrijving van de gekozen cognitieve of gedragstherapeutische techniek(en) tijdens de behandeling
- Beschrijving van de uitvoering van de behandeling
- Opstellen van terugvalpreventie-plan
- Evaluatie van het onderling gedragsmodificatieprogramma in de rol van therapeut en cliënt door de deelnemer.
C: In de laatste sessie van de cursus sluiten de cursisten af met een presentatie van hun onderlinge gedragsmodificatieprogramma. Deze presentatie zal ook worden beoordeeld met een cijfer door de docent.
D: De cursisten laten in het verdiepend deel van de cursus videomateriaal zien van eigen casuïstiek in de praktijk. Ze presenteren de casus en tonen een specifiek aspect van het gedragstherapeutisch proces of van cognitieve en/of gedragstherapeutische technieken.
In de onderlinge intervisiegroepen is er ook specifiek aandacht voor de relatie therapeut-cliënt (cliëntsysteem). Gedurende het verdiepend deel van de cursus is er in de intervisiegroepen mogelijkheid tot reflectie en intervisie wat betreft deze lopende behandeling.
Vooropleiding
Je hebt een afgeronde masteropleiding psychologie, pedagogische wetenschappen, gezondheidswetenschappen of geneeskunde. In je vooropleiding moet je de vakken leertheorieën, psychopathologie, persoonlijkheidsleer en gespreksvaardigheden hebben gevolgd.
Werk
Je bent minimaal twaalf uur per week werkzaam op het gebied van de GGZ de Jeugdzorg of Onderwijs. Deze uren mogen ook worden opgedaan binnen een werkervaringsplek.
Indien dit niet het geval is dan moet je in ieder geval werken met cliënten met psychische problemen of met teams die met cliënten werken aan psychische problemen.
Bij twijfel over de werksetting en gelegenheid tot oefenen van het geleerde, neem contact op met King nascholing.
Om je te kunnen registreren als Cognitief Gedragstherapeut in opleiding bij de VGCt dien je te kunnen aantonen dat je de verdiepingscursus bent gestart binnen 1 jaar na afronding van de Inleiding van 30 uur.